RINUS ISRAËL MAAKTE FC DEN BOSCH 'VOETBALWIJS'
In dit artikel:
Rinus Israël, iconisch figuur in het Nederlandse voetbal en cruciaal voor de beste periode van FC Den Bosch in zestig jaar, is op 1 juli op 83-jarige leeftijd overleden. De geboren Amsterdammer verwierf vooral faam als aanvoerder en centrale verdediger van Feyenoord, waar hij in 1970 als eerste Nederlander de Europa Cup voor landskampioenen won en met zijn doelpunt in de finale tegen Celtic een belangrijke rol speelde. Zijn bijnaam ‘IJzeren Rinus’ verwijst naar zijn robuuste speelstijl.
Als speler bleef hij actief tot zijn 39e en maakte daarna als beginnend coach bij FC Den Bosch indruk door de club tweemaal in de Eredivisie op een zesde plaats te brengen en talenten als Arnold Scholten en Hans Gillhaus te ontwikkelen. Zijn aanpak combineerde discipline met een brute, cynische stijl, wat volgens oud-speler Fred van der Hoorn een belangrijke invloed had op het voetbal en de mentaliteit binnen het team. Israël zelf erkende zijn fouten als trainer, met name zijn impulsieve kritiek richting spelers.
Na een succesvolle periode bij Den Bosch vertrok hij naar Feyenoord en werkte kort in Griekenland voordat hij in 1989 terugkeerde bij Den Bosch. Daar trotseerde hij ondanks een uitgeklede selectie en uiteindelijk degradatie moeilijke omstandigheden en bleef hij vasthouden aan verbetering. Toch kwam het bestuur na een slechte start in de Eerste Divisie halverwege tot zijn ontslag. Daarna zette hij zijn trainersloopbaan voort in het buitenland en als bondscoach van Ghana, maar zonder het eerdere succes bij Den Bosch te evenaren.
FC Den Bosch leeft mee met de familie en vrienden van Rinus Israël, die vooral herinnerd zal worden vanwege zijn onverwoestbare karakter als speler en de grote impact die hij had als trainer in zijn meest gloriejaren bij de club.